Play Icoon
Afspelen

Wind en water voeren voortdurend verschillende soorten sediment aan. Boven water wordt zand verspreid door de wind. Zo ontstaan duinen. Onder water transporteert het water een mix van grof zand en fijnere deeltjes. Op de plekken waar het water sneller stroomt, zakt alleen het zwaardere zand naar de bodem. Op die plekken ontstaan zandplaten en banken. Op plekken in de Waddenzee waar verschillende getijdestromen samen komen tijdens vloed; het zogenaamde Wantij, is de stroomsnelheid van het water het laagst. Hier ontstaat een heuvel van slik.

Geen wadbodem is hetzelfde. Het wad is een lappendeken van bodems met verschillende gehaltes aan zand en slik. Veel verschillende dieren en planten kunnen hierdoor hun eigen leefgebied (biotoop) vinden. Zo houden wadpieren meer van zand en wadslakjes juist meer van slik. En met hen andere dieren die ze graag op willen eten.

Volgende Avontuur?
Ga door naar Klimaat